MOEDER DOEN

ZORGADVISEUR

 

Je luistert naar een blikkerig wachtmuziekje, iedere zestig seconden begint het deuntje opnieuw. Dan wordt de verbinding ruw verbroken. Iemand heeft op een knopje gedrukt. Je belt opnieuw. De mevrouw die de telefoon heeft opgenomen vraagt of de zorgadviseur mij straks mag terugbellen, als ze niet meer in gesprek is, nog steeds op haar plek zit en er geen pauze is ingelast. Ze schrijft mijn naam en nummer op. Als ik een uur later weer bel, omdat de geschatte tien minuten die het zou duren voor ik word teruggebeld nu wel zo’n beetje om zijn, hoor ik van een andere mevrouw dat mijn zorgadviseur al naar huis is. Ze vraagt of ik morgen terug kan bellen. Ik zeg dat ik dat kan, en vergeet het.

 

Geplaatst in Moeder Doen

Jas

Moeder vindt het machtig mooi, buiten, wat je daar allemaal ziet. ‘Wel veel donkere mensen,’ constateert ze, op het terras van het café tegenover de Klinker gezeten. Een moeder en haar dochter maken hun entree. De moeder ziet eruit zoals je je voorstelt dat in een film uit de jaren zestig een hoer werd afgebeeld, de dochter draagt een glimmend paarse jas van kunststof, gevuld met watten, met ingewikkelde stiksels op hun plaats gehouden. ‘Die jas,’ roept moeder, ‘zie je die jas?’ Ze lacht. Ik knik, ik wil geen extra geluid veroorzaken, ik ben bang dat het meisje haar opmerking heeft gehoord, het kind is amper twaalf, schat ik, ofschoon de jas haar jaren ouder maakt, al bijna oud genoeg om in de voetsporen van haar moeder te treden, maar dat vertel ik mijn moeder allemaal niet. Ik denk erover na hoe ik moeder moet vertellen dat andere mensen in een café je gewoon kunnen horen praten, dat dit terras geen televisie is, maar echt.

Geplaatst in Moeder Doen

Zon

De winter lijkt eindelijk ten einde te lopen, het is niet meer zo koud, een lage zon schijnt bats de kamer in, jongste broer gaat vandaag bij moeder op bezoek, ik hoef niet, en ik wil ook niet, ik ben dat gejank zat, dat gejank dat ze niet weet waar ze is en wat ze hier doet, ik zie er tegen op haar mee naar buiten te nemen, dat kromme, verschrompelde hoopje mens, dat wankelend door de wereld stapt, het rode stoplicht niet ziet, struikelt over de stoep, je moet haar vastgrijpen om te voorkomen dat ze valt, ze loopt rond met een witte laag crème op haar gezicht, die niet goed is ingetrokken, alsof ze voor clown heeft gespeeld en maar half is afgeschminkt, het dopje voor de neus heeft ze wel ingeleverd.

Geplaatst in Moeder Doen

Maandag

Zon schijnt. Vandaag mag ik het stadsdeelkantoor bezoeken om moeder in te schrijven, met haar identiteitsbewijs, de brief van de Zorggroep, mijn zelf geknutselde machtiging op een uitgescheurd velletje uit het aantekenboek van mijn lief, waarop ik heb geschreven dat mijn moeder mij machtigt haar in te schrijven als bewoner van Amsterdam, die grote stad, die is gebouwd op palen, al staat dat van die palen er natuurlijk niet bij, dat staat hier alleen omdat moeder dat een paar dagen geleden heeft gezongen, en ik haar dat sindsdien onafgebroken hoor zingen, nu zing ik dat ook. Ik kan alleen maar bidden dat de ambtenaar mij gelooft, dat mijn machtiging voldoende is, eigenlijk moet je een formulier van internet downloaden, uitprinten en invullen, maar ik kon het bijpassende formulier niet vinden, dat stond er niet bij, al beweerde men van wel.

Geplaatst in Moeder Doen

Activiteiten

Op moeders kamer staat een wat merkwaardige bos bloemen, samengesteld uit diverse bloemsoorten, in van dat zachte groene spul gestoken, dat spul dat goed vocht vasthoudt. Oase heet het. Zulke boeketten vind je niet bij de bloemist. Ik denk dat moeder aan de activiteit bloemschikken heeft meegedaan. Ook op de andere kamers staan ze, precies dezelfde boeketten, ze moesten kennelijk allemaal hetzelfde bloemstuk maken. In de gang pak ik het maandoverzicht van de activiteiten mee: op donderdag is er zingen, in het koor, op maandag zal er een bus-uitje plaatsvinden, en op zondagmiddag is er een muziekmiddag, met Jacques Vet. ‘Zanger entertainer van het eerste uur; met zijn uitgebreide repertoire is het niet makkelijk stilzitten,’ prijst het overzicht de artiest aan. ‘De toegang is 2,50.’ Ik vind het jammer dat ik die middag zelf, zij het ergens anders, ook moet optreden.

Geplaatst in Moeder Doen

Palen

Moeder vraagt, terug op haar kamer, wat ze nu moet doen. Wat ze hier doet. Ze kijkt verbaasd haar kamer rond. ‘Woon ik hier? Wat is er dan met mijn huis in het dorp gebeurd? Heb ik dat nog?’ vraagt ze. Voorzichtig gaat ze op het bed zitten, kijkt nieuwsgierig haar kamer rond. Ze ziet haar eigen spullen staan. ‘Pffff,’ zucht ze. ‘Nu moeten jullie me toch echt even helpen. Ik begrijp er niks meer van. Hoe kan dat toch? Waarom ben ik hier? Wanneer kan ik terug naar huis?’ We leggen uit dat dit nu haar huis is, dat ze hier woont, zal blijven wonen. ‘Doe je jas maar uit,’ moedigen we haar aan. ‘Ga maar lekker in je eigen stoel zitten.’ Ze voelt aan haar jas. ‘Als ik hier woon, moet ik de buurt maar eens gaan verkennen,’ merkt ze op. ‘We zijn net buiten geweest,’ zeg ik. ‘Vandaar de jas.’
‘Zijn we nu in Amsterdam?’ vraagt ze, terwijl ze haar jas voorzichtig uittrekt. Dan zingt ze: ‘Amsterdam, die grote stad, die is gebouwd op palen.’

Geplaatst in Moeder Doen

Markt

We lopen terug over de Kinkerstraat, langs de markt. Moeder heeft gezegd dat ze er niks aan vindt, de markt. De markt is voor goedkope mensen. Niet voor haar. Zij heeft immers geld genoeg, vindt ze. ‘Kijk,’ wijst Lief, als we bij de Klinker zijn aangekomen, ‘daar woon je nu.’ Moeder is verbaasd. ‘Hier? Daar weet ik niks van.’ Ze vraagt opnieuw of ze wel sleutels bij zich heeft, en haar tas. We zeggen dat het niet nodig is, sleutels bij je hebben, ze hebben hier een portier, de deur gaat automatisch open. Dat vindt moeder handig. ‘Heb ik mijn auto hier ergens staan?’ wil ze dan weten, want hoe moet ze hier anders gekomen zijn. Speurend kijkt ze rond, maar ze ziet haar auto niet. Wel merkt ze op, dat er heel wat andere auto’s staan geparkeerd. Van wie zouden al die auto’s zijn? Ze kent die mensen niet.

Geplaatst in Moeder Doen

Sjiek

We zitten in een café op de Bilderdijkstraat, het café heet Sjiek, we zitten voor het raam in lederen fauteuils, moeder kijkt met overgave naar buiten. Ze heeft gezegd dat ze blij is dat ze niet in Amsterdam woont, want daar is het altijd zo druk, ze heeft gezegd dat ze blij is dat ze nu in Amsterdam woont, want in het dorp, waar ze vandaan komt, daar heb je zulke dingen niet: cafés waar je in een leunstoel voor het raam kunt zitten. ‘Heb ik mijn tas?’ vraagt ze. Ze heeft geen tas bij zich. We maken aanstalten te vertrekken. ‘Heb ik wel een jas?’ Ze heeft een jas. ‘Heb ik wel sleutels meegenomen?’ Mijn moeder heeft geen sleutels nodig. Alleen een code, die is geheim. Later zegt Lief dat we haar misschien toch maar een bosje sleutels moeten geven, zomaar sleutels, die ze mee kan nemen, vast kan houden, sleutels die niks opendoen, of dicht.

Geplaatst in Moeder Doen

Overschrijven

Ik moet moeder overschrijven naar de gemeente Amsterdam. Ik ben in het bezit van een brief van de Zorggroep die vertelt dat moeder nu in de Klinker woont. Ik probeer uit te vinden wat ik nog meer nodig heb. Zo’n brief zal vast niet genoeg wezen. Ik zal haar identiteitsbewijs moeten meenemen, een machtigingsbrief moeten opstellen waarin ze de bevoegdheid om haar in te schrijven aan mij overdraagt, ik moet via internet een elektronische afspraak maken, een enorm formulier invullen, ik moet onder andere haar Burgerservicenummer weten en dat weet ik niet, vul dan mijn eigen nummer maar in, in de hoop dat ze het niet merken, dat het nummer niet klopt. Of dat mijn moeder nu voortaan onder mijn Burgerservicenummer door het leven gaat, of dat ik nu zelf per ongeluk naar een woonzorgcentrum ben verhuisd, wel zal moeten verhuizen, omdat ik daar nu eenmaal ingeschreven sta. Ik ben veranderd in mijn eigen moeder.

Geplaatst in Moeder Doen

Gezellig

Moeder zegt lang niet meer zo vaak ‘gezellig’. Vroeger zei ze het voortdurend: ‘Gezellig.’ Als je pech had, kruidde ze deze uitspraak met ‘inderdaad’. Dat het inderdaad gezellig is. Je bent nog niet binnen of het begint al, de conclusie dat het zo gezellig is dat we gekomen zijn, en even later, als we zijn gezeten, dat we er nu zitten, inderdaad, gezellig, en als het stil is, omdat niemand meer weet wat nu nog voor gezelligs te zeggen, zegt ze het nog maar een keer. Gezellig. Dat vindt ze dus niet meer nodig. Om gezellig te zeggen. Het is er inderdaad een stuk gezelliger op geworden.

Geplaatst in Moeder Doen