Pyjama

 

Ik tref moeder niet op haar kamer, niet in de gemeenschappelijke woonkamer. Het loopt tegen vijven, een verzorgster staat te koken: aardappels, heel veel aardappels, gesneden kool. ‘Je moeder is gaan wandelen, met een mevrouw,’ weet ze, maar ze weet niet welke mevrouw, ze heeft haar niet eerder gezien. ‘Maar je moeder herkende haar wel.’ Ik vraag hoe zij vindt dat het met moeder gaat. ‘Nou,’ begint ze. Eerst deelt ze de observatie dat moeder toch nog wel een stukje slechter is dan ze aanvankelijk dacht. En dat ze zelden zo’n bazig type heeft meegemaakt. Brutaal, ook wel. ‘Als je niet oppast, neemt ze de hele afdeling over.’ Als mevrouw De Haan in haar rolstoel vroeg in de avond aankondigt dat ze naar de wc moet, en de verzorgster neemt de gelegenheid te baat om haar dan maar gelijk in haar pyjama te steken, zegt moeder: ‘Wat doe jij nou, waarom heb jij nu al een pyjama aan?’ En dan moet mevrouw De Haan huilen.

 

Geplaatst in Moeder Doen

Container

 

Als we met de lift op de eerste verdieping aankomen, staat het halletje vol met een ijzeren rek, waarin een vijftiental grote witte containers in twee etages staan opgesteld. Er hoort een man bij die hartstochtelijk aan het mopperen is. Hij haat zijn werk, dat is duidelijk. ‘Ik heb hier zo genoeg van. Wat een klotegebouw. Het is ook veel te krap. Kutzooi.’ Ik hou de deur beleefd voor hem open. Hij moet lege witte containers verwisselen voor volle, nu zie ik het pas, er zit een sticker op het deksel: ‘Incontinentieluiers’. De volle containers zijn met een tierip verzegeld, de lege zou je kunnen opendoen. De volle niet, ook niet per ongeluk.

 

 

Geplaatst in Moeder Doen

Kamer

 

Als ik moeder naar haar kamer heb gebracht, nadat de gangdeur gul is opengezwaaid en ze voorzichtig, wat argwanend, op haar eigen deur afloopt, ze kijkt naar haar foto naast de deur en ze leest haar naam, die daaronder in grote typletters is aangebracht, ze probeert of die deur open kan, hee, hij zit niet op slot, zegt ze verrast en als ze dan binnen is, bekijkt ze haar inboedel en besluit dat het klopt. Ze loopt vastberaden op haar stoel af, neemt plaats, zegt, nadat ze gezeten is: ‘Pffftt’.

‘Wat gaan we nu doen?’ vraagt ze vervolgens. ‘Niets. Nu ga ik weg.’

 

 

Geplaatst in Moeder Doen

Sierkussens

 

Moeder zit op haar eigen kamer.

Eerst klop ik op haar kamerdeur. Er hangt een naambordje naast, daarboven is er een sleutelgatvormige ruimte uitgespaard, waarin je een foto van de bewoner moet steken, dat is handig, dan kun je zien waar je woont. Er gebeurt niets. Ik klop opnieuw. Er klinkt een voorzichtig ‘ja?’ uit de kamer. Ik treed haar kamer binnen.

‘Ik sliep,’ verontschuldigt moeder zich. Ze zit op haar vaste plaats in de enige stoel die daar geschikt voor is, met haar voeten op het voetenbakje, haar fauteuil, die bovendien als enige niet bezet is door de sierkussens, die eigenlijk voor het bed zijn bedoeld, maar in de praktijk altijd op de twee eetkamerstoelen liggen, dan hoef je die niet helemaal zo moeilijk op het bed te leggen, en die je er ’s avonds bovendien weer af moet halen, en waar leg je ze dan neer?

 

Geplaatst in Moeder Doen

HOGE BOMEN

Als ik de woonkamer van Westhaven binnenkom, tref ik mevrouw Veenendaal, opmerkelijk wakker, mevrouw De Haan, slapend in haar rolstoel en tante Riet, glimlachend als altijd. ‘Dag meneer!’ Ze zwaait voorzichtig, maar laat nadien haar hand niet zakken. Nu is het de bedoeling dat ik die hand even vastpak. ‘Hoge bomen,’ zeg ik, uit het spelletje dat de dames dikwijls doen. ‘Dichtbij,’ antwoordt tante Riet, ‘dat is wel dichtbij hoor.’ Mevrouw Veenendaal zegt: ‘Nou, dat weet ik eigenlijk niet eens. Maar ik vind het overal wel prima zo.’ Mevrouw De Haan schrikt wakker, kijkt verbaasd de kamer rond. ‘Hoge bomen,’ herhaal ik.

‘Ja ja, dat zal dan wel,’ zegt mevrouw De Haan.

 

Geplaatst in Moeder Doen

ARTIS

 

Daar zijn de leeuwen. ‘Zo dicht bij een leeuw,’ zegt moeder vol bewondering, ‘dat verwacht je niet. Dat je nog eens zo dichtbij een leeuw zou komen.’ Even is het stil. ‘Die beesten moeten stokoud zijn,’ vertelt ze dan, ‘want die waren er vroeger ook al.’

‘Nou,’ zeg ik, ‘er komen steeds weer nieuwe.’

‘En wat doen ze dan met die ouwe?’ verbaast moeder zich.

‘Die gaan dood, moeder.’

 

Geplaatst in Moeder Doen

Bruin

 

 

‘Wat kom jij hier doen? vraagt moeder. Ze zit in de tuin met een dik boek op schoot. Een ouderwets ogend, bruin exemplaar, harde kaft, zo’n boek van vlak na de oorlog. Misschien is het boek oorspronkelijk wit geweest en behoorde het ooit iemand die heel veel sigaren rookte en daarbij de vensters stijf gesloten hield. Maar daar ruik je niets meer van. ‘Het is een trilogie,’ vertelt ze. ‘En er staat niets in.’ Ze bladert terug naar het begin. ‘Zie je wel, er staat niet wanneer ik hem terug moet brengen. Ik ben ook nog niet zo ver.’ Nu weet ze niet meer waar ze precies gebleven was met lezen, en moet ze weer helemaal opnieuw beginnen.

 

 

Geplaatst in Moeder Doen

WIJNKENNER

 

Mijn moeder de wijnkenner. Ze weet heel goed dat er naast twee kleuren ook twee soorten wijn zijn: zuur en zoet. De zure wijn noemen we droog. Als je mijn moeder vraagt wat ze wil drinken antwoord ze: een droge witte wijn graag. ‘Zo droog mogelijk.’ Moeder vindt dat droge wijn chiquer is dan zoete, dat is dikwijls helemaal niet van druiven gemaakt, daar kan van alles inzitten, een ‘melange uit diverse landen van de Europese Unie,’ maar droge wijn is van echte wijn gemaakt, dat is voor kenners, voor de mensen met smaak. Droge wijn is ook veel duurder dan zoete, dure zoete wijn bestaat niet – van de muskaatdruif hebben we hier nog nooit gehoord. Zover strekt onze kennis nu ook weer niet.

Geplaatst in Moeder Doen

ROTKOEKJE

 

ROTKOEKJE

 

‘Wat doe ik hier,’ vraagt moeder. Ze snapt het niet. Jongste broer heeft haar opgehaald, dat gelooft ze wel, maar waarvandaan? We vertellen dat ze in het ziekenhuis gelegen heeft, met die gebroken heup. Voorzichtig voelt ze aan haar bovenbeen.

‘Het doet wel een beetje pijn,’ zegt ze. Even verderop roept een zware vrouw om de zuster. ‘Zuster! Zuster! Ik wil naar huis!’ Die leus zal ze de rest van de middag herhalen. We rollen moeder naar een andere tafel, weg van het uitzicht op het menselijke wrakhout dat hier is aangespoeld, nu heeft ze uitzicht op een mottig tuintje. Een verzorgster reikt haar een koekje aan. Moeder houdt het koekje in haar hand, kijkt ernaar. ‘En nu zit ik hier,’ concludeert ze, ‘met dat rotkoekje.’

 

 

Geplaatst in Moeder Doen

OCHTEND

‘Elke ochtend,’ vertelt de verzorgster: ‘Het is elke ochtend hetzelfde. Iedere morgen vraagt je moeder waar ze is, wat ze hier in godsnaam doet, en of ze hier opgesloten zit. En iedere morgen huilt ze. Dan vertel ik haar dat ze hier niet opgesloten zit, maar dat ze nu eenmaal niet zo heel goed meer voor zichzelf kan zorgen, dat we straks gaan ontbijten.’ De verzorgster neemt altijd een Spits of een Metro voor haar mee. En dan krijgt moeder zo’n gratis krantje uitgereikt. En een kopje thee. Wordt ze een uur later eindelijk opgehaald voor het ontbijt, zegt ze opgewekt: ‘Ik zit zo heerlijk te lezen. Hebben we nog niet ontbeten dan?’

 

 

Geplaatst in Moeder Doen