Een paar weken geleden al gebeurde er dit.
Nu de Heilige Vader afscheid van deze wereld neemt, stel ik u voor aan een geheel ander type vader.
“Mijn vader, Jan B., 80 jaar, is dood van de fiets gevallen.
Hij reed door Amsterdam Buitenveldert, eergisteren inmiddels, op weg naar de Praxis: ja, hoe banaliteit ook schoon en definitief kan zijn. Mijn vader was een gesloten ziel. Hij verborg zich voor anderen. Een man van het woord maar spreken deed hij nauwelijks. Schrijven des te meer. Voor zichzelf, om zo tenminste een nauwkeurig administrateur van zijn eigen leven te zijn. Hij was er, robuust van postuur, streng en onverzettelijk in zijn eigenheid. Zo verdreef hij de liefde uit zijn leven. Houden van was voor anderen en dus wist ik, als dochter, niets van de liefde.
Hij noemde zijn vrouw -jullie moeder- en bracht – niet samen maar wel met haar -vier kinderen groot. Een slagerszoon, die het veen kende en het woud. De oorlog heeft hem gevormd, zijn carrière bij de politie in Amsterdam was zijn leven. Deze stugge fries wordt als het lukt begraven in zijn geboortedorp Haulerwijk in Friesland waar ook zijn vader en moeder liggen.”
Zo schreef mij een van zijn dochters, met het verzoek om een gedicht, door haar zelf uit te spreken bij zijn graf. Aldus geschiedde.
Toch teder
I.M. Jan B., Haulerwijk, 20 juli 1924 – Amsterdam, 9 maart 2005.
Een man rijdt op zijn fiets.
De man de motor van het soepel mechaniek.
Het hart een pomp – de ziel die zetelt
in ons bloed, gaat rond – gaat rond.
Op reis. Het stalen paard dat leeft
zolang’t bereden wordt, het ijzeren ros
in evenwicht – de wielen raken nauwelijks
de grond, het contactoppervlak met de aarde,
bestaat uit centimeters rubber, lucht,
hard opgepompt – gewoon een fiets.
Alsof hij kleuren mengt tot grijs, tot niets.
Onderweg van huis naar doelgericht
administreert hij de kilometers van zijn leven
in lijnen over vlakke wegen, schrijft niet
wat hij daarmee zou willen zeggen en waarvan
wij zwijgen, maar trekt zijn eigen strakke stratenplan.
De grote man, hij is voor altijd weggereden,
kaarsrecht, steil, stram, naar’t Noorden, waar
de zon zo fel niet schijnt, de kleuren vager zijn,
een lichte mist zijn woorden wist: hoe
maak je afstand ongedaan?
Hij geeft nog steeds de richting aan.
© F. Starik, 15 maart 2005