Ik Kan Televisiekijken (2)

DE PIERRE JANSEN VAN DE MUZIEK

Iemand van wie je geneigd bent hem gruwelijk te vinden. Gruwelijke muzak, gruwelijke voorstellingen: vulgair, genadeloos commercieel, de overtreffende trap van smakeloosheid. Dacht ik. Gisteravond zag ik een bevlogen man op televisie, een man met een missie. ‘De wals,’ zegt hij ‘is de spiegel van het leven. Je kunt er liftmuziek van maken, je kunt het vrolijk doen, en je kunt het intens verdrietig maken.’ Ik Kan Televisiekijken zag André Rieu, de violist en orkestleider die met zijn uitvoeringen van populair klassieke werken van onder andere Johann Strauss bekendheid geniet bij het grote publiek. Dus ook bij u.

Rieu (1949) groeide op in een muzikale familie met een dirigent als vader. Deze liet hem reeds vanaf zijn vijfde viool spelen. Van 1968 tot 1973 bezocht hij eerst het Luikse, toen het Maastrichtse conservatorium (waar hij onder meer les had van Herman Krebbers), om in 1977 zijn studie af te sluiten met de “Premier Prix” aan de muziekacademie te Brussel. André Rieu is dus best een goede violist: hij bespeelt een Stradivarius uit 1667, en dat is een hele dure viool. Zulke violen zijn alleen voor de allerbeste violisten weggelegd, en voor een paar mensen met te veel geld. Altijd gedacht dat Rieu tot de laatste categorie behoorde, dat hij in wezen een oplichter was, met zijn kutmuziek.

Maar nu geloof ik dat hij in wezen een dappere man is: je maakt je op een conservatorium niet populair met je duffe voorliefde voor walsmuziek, je achterhaalde passie voor salonmuziek en opgewekte nikserigheid. En dan toch, tegen de correcte verdrukking in, gewoon een Maastrichts Salonorkest oprichten, met voornamelijk nostalgische bejaarden als publiek. Daar toch succes mee hebben, kennelijk in een voorheen onuitgesproken behoefte voorzien. Hij breidde zijn ensemble uit tot een compleet Johann-Straussorkest. De Grote Doorbraak kwam niet van de naamgever van het orkest: in 1994 scoorde hij met de Tweede Wals uit de Suite voor Variétéorkest van Dmitri Sjostakovitsj, een monsterhit. Sindsdien geniet hij sterrenstatus, reist de hele wereld over met spektakels waar hij klassieke muziek, salonmuziek, operette, soundtracks en popmuziek speelt voor een publiek dat voorheen niet of nauwelijks naar orkestuitvoeringen ging.

Gisterenavond was hij te gast in De wereld draait door. Er viel een hoop te promoten.
Donderdag 25 oktober al had André Rieu in de Koninklijke Loge van de Amsterdam ArenA een persconferentie over zijn aanstaande World Stadium Tour gegeven. Een nieuw album. De kaartverkoop voor zijn aanstaande concert ‘Een romantische nacht in Wenen’ op 28 juni 2008, in de Amsterdamse Arena, is begonnen. Die moet je nu al kopen, wil je daar volgend jaar juni heen. Ik schat dat het na de uitzending van gisterenavond wel gelukt is, dat stadion straks vol te doen stromen. Kaarten vanaf zo’n 85 euro. Die goedkope plaatsen worden massaal door speculanten ingekocht. Dus je kunt later ook nog veel duurderde kaarten kopen.

Tegelijkertijd is hij wekelijks op televisie, op een ander net, met wat een ‘roadsoap’ wordt genoemd. ‘Het Sprookje Andre Rieu’. In deze reeks kan je de belevenissen volgen van het fenomeen Rieu in De Efteling, maar ook in Japan en Australië. Het was een langgekoesterde wens van André om muziek met het thema ‘sprookjes’ op te nemen en waar beter dan in de sprookjesachtige omgeving van De Efteling kan hij zich laten inspireren! Het gezelschap ontdekt deze mooie, romantische plekken ook in Japan en Australië. De wereld als een Efteling. Voor hen die in goedkope sprookjes geloven. De wereld als pretpark.

Men had voor het ongetwijfeld kritisch bedoelde interview in DWDD ter verluchtiging van het gesprek een beeldfragmentje van de persconferentie uitgezocht waarin de held zich bij de Koninklijke loge van de Arena laat voorrijden in een deftige koets getrokken door zes witte paarden.

Rieu vertelde enthousiast dat die paarden speciaal uit Wenen waren ingevlogen, want: ‘je kunt natuurlijk niet zomaar zes willekeurige witte paarden in een span bij elkaar zetten en zeggen jongens, trekken jullie de kar even.’ De presentator liet doorschemeren dat je dan niet helemaal goed bij je hoofd bent, zijn maar de side kick van Van Nieuwkerk, Aaf Brandt Corstius, meende een ironisch lachje te ontwaren op het gelaat van de aanbedene, triomfantelijk gezeten in zijn koets, getrokken door zes witte paarden.

Een tweede fragment volgde. Een moment van betoverende schoonheid. Je zag een stadion vol mensen op aanwijzing van de Meester min of meer op de maat van de muziek mee een slok water in hun mond gorgelen, wat een tamelijk bespottelijke aanblik biedt. Het mooie is dan, dat de mensen niet alleen tenminste 85 euro entree hebben betaald, maar bij binnenkomst ook nog een programmaboekje van een tientje en voor vier euro een flesje water moesten kopen, dat zou nog te pas komen, had men geheimzinnig gegrinnikt, en de beveiliging had uiteraard alle meegebrachte etens- en drinkwaren in beslag genomen.

Gorgelen doet men thuis, na het tandenpoetsen, in de beslotenheid van de badkamer. Gorgelen is als de neus snuiten, niets om trots op te zijn, iets dat men liefst in afzondering voltrekt, hooguit in het bijzijn van de geliefde, met wie het al lang niet meer taboe is om in elkaars gezelschap een wind te laten.

En hier stond een heel stadion vrijuit te gorgelen, samen en ieder voor zich, allen in vervoering van de kleine bevrijding die hen dat opleverde, de grootse, innerlijke ruimte geschapen door dat idiote, massale gegorgel, dat bovendien een prachtig geluid voortbracht, een soort van doodzieke ritmesectie, die door haar noodzakelijke traagheid de muziek bijna tot stilstand bracht, tot het uiterste minimum werd bereikt, en de zaal zelf de muziek maakte, bijna atonaal, vreemde, opwindende, bevrijdende muziek.

André Rieu is de nieuwe avant-garde.
Hij verleidt. Hij tilt op. Hij laat de mensen dingen doen die ze van zichzelf niet verwachten.
Hij is een meester van de overgave, hij betovert zijn publiek. Zeker, in eerste instantie drukt hij op de knopjes waarvan de geschiedenis bewezen heeft waar de knopjes zitten en wat je ermee kunt bewerkstelligen. Hij vertrekt vanuit de meest afgesleten cliché’s, maar hij weet wat hij doet: hij vertrekt. Hij schenkt het volk de bevrijding dat het van de ware kunst nog altijd verwacht. Voor die ervaring is men bereid diep in de buidel te tasten. Hij is de Pierre Jansen van de muzi
ek.

‘Het Sprookje André Rieu’ is vanaf vrijdag 5 oktober te zien op NED. 1 om 21.29 uur.

+

Geplaatst in Log