‘Ik zou mijn eigen poëzie ook niet snel gevaarlijk noemen. Gevaarlijk zijn gedichten alleen in dictaturen. Als er al ‘gevaar’ in het geding is, dan inderdaad ten opzichte van jezelf. Dat je dingen blootlegt die je niet meteen en al helemaal niet graag met jezelf zou willen associëren.
Niet dat deze voor mij geldt (haha), maar hij maakt mijn punt wel: waar blijft het gedicht met de openingsregel ‘Ik ben een beul in het diepst van mijn gedachten’?) Ik vind het in alle opzichten van groot belang op zoek te gaan naar de blinde vlek. In je eigen redenering, in je gedrag, in je politieke of artistieke overtuigingen. Er zijn altijd dingen die je ontgaan, belangrijke dingen die je visie en houding zouden kunnen bijsturen. Ik ben op zoek naar manieren om tegelijkertijd radicaal en genuanceerd te zijn. De achterkant van het eigen gelijk onderzoeken zonder te vervallen in het nefaste relativisme dat suggereert dat alle meningen even valabel zijn.
Maar dus niet je zwakte cultiveren. Dat is waarom ik poëzie vaak zelfgenoegzaam vind: het cultiveren van ‘o wat ben ik klein en gevoelig’ en net daaraan je waarde te ontlenen. Een mier is ook klein en gevoelig, maar ik zou haar bezwaarlijk als rolmodel willen zien.’
Dixit Geert Buelens in een interview met Meander, in zijn geheel na te lezen op
http://meandermagazine.net/interviews/interview.php?txt=3808
+