ZO ALLEMACHTIG GOED MET LEVEN

I.M. Aard-Jan Quaak

Kent u de dichter Aard Jan Quaak? Ik ook niet. Nooit van gehoord. Ik kwam hem op het spoor nadat ik op de site ‘Pomgedichten’ van zijn overlijden las. Dood. Er stonden een paar gedichten bij afgedrukt, geen verschrikkelijk slechte gedichten, wat in die context een wonder mag heten. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt.

Aard Jan Quaak werd bijna veertig, hij werd geboren op 15 september 1968, hij stierf op 9 september 2008, hij woonde in Kruiningen, in Zeeland, blijkens een van de profielen die hij bij leven op de diverse poëziesites achterliet gaf hij als beroep ‘gepensioneerd’ op: ‘Dat staat wel rustgevend in mijn profiel.’ Op een andere site geeft hij als burgelijke staat op: ‘Gescheiden.’

Aard Jan Quaak bewoog zich sinds 2002 wat voorzichtig op ‘dichtersites’, ik zet het maar even tussen haakjes, omdat men ter plekke voornamelijk het door Huub Beurskens zo treffend in de markt gezette ‘Vomitisme’ beoefent: vormloze gevoelsuitstortingen, aangevuld met ondoorgrondelijke onderlinge vetes tussen de deelnemers. Schrijfnet, Poetry Alive, Lettertempel, Dichttalent, Pomgedichten. In 2006 en 2007 kent hij een paar behoorlijke pieken in zijn productiviteit, en post hij vrijwel dagelijks op de te onderscheiden sites gedichten van zijn hand. Daar zitten behoorlijk goede gedichten tussen. En ook in zijn commentaren op de producten van andere deelnemers betoont hij zich een wat afstandelijk, humorvol observator van voor de hand liggende dingen. Ik zal niet meteen beweren dat Aard Jan Quaak het warm water heeft uitgevonden, maar hij is in ieder geval in staat zijn gedachtenleven aansprekend tot klinken te brengen. Een tamelijk klassiek dichter, iemand van de kleine ontroering, in de school van Rawie, van Weemoedt, van Heytze zelfs, mischien. En als we nu toch met namen gooien: Philip Hoorne, Nico Slothouwer.

Eindeloos

Wie gooit er nu zijn halflege glazen
ook nog in? Steeds maar terugverlangend
naar een nieuw begin zit ik het einde
in te luiden. Met hapjes weliswaar.

Een vriendelijk gebaar om de vrienden
te vernissen. Je kunt je soms vergissen
in een mens, maar nooit in ware vriendschap,
al is die ingehuurd met bloed.

Ik doe een wankel dansje op muziek die
ik nog had en ga vertellen: van het einde
en de zegetocht daarheen. Men knikt en
men vertrekt met iedereen.

© Aard Jan Quaak

*

Ik vraag aan Pom Wolff of hij de man persoonlijk gekend heeft. ‘Nee, weet niet veel van hem. Bewoog zich in internetkringen. Naast de shit en de toppers te internet, viel Aard Jan Quaak op door zijn poëzie en door zijn scherpzinnigheid. Slamgedoe, daar deed hij niet aan mee. Twee kinderen, dat is wat opviel, ja.’ Wolff weet niet waarom hij nu dood is. ‘Kanker, het leven?’ raadt hij.

In Zeeland woont ook Emma Burns. Ik ga er voor het gemak maar even vanuit dat alle Zeeuwen elkaar kennen, en ik word in mijn verwachting niet teleurgesteld. Zij kende hem persoonlijk. ‘Ja. We waren bevriend. Hij hing op sites als Poetry Alive, Lettertempel en Dichttalent rond omdat hij ontzettend onzeker was en veel bevestiging nodig had. Mensen kenden hem daar als een vrolijke jongen. Ook al werd zijn pijn tussen en in de regels van zijn soms tenenkrommend brave humorgedichten zeker wel gezien. “De echte literaire wereld” durfde hij niet aan, helaas. Voordragen durfde hij ook bijna nooit. Terwijl hij inderdaad goed schreef, tot een paar maanden geleden. Gezien je speurtocht heb je vast ook ergens gelezen dat het zelfmoord was. Ondanks zijn twee mooie jonge kinderen. Hij had een moeilijk leven. Soms tussen de muren van de psychiatrie. Angst, verdriet, depressie. In maart was ik hier al bang voor. Van alles geprobeerd om te helpen. En toch was het nieuws dat hij er een eind aan had gemaakt een enorme schok. Hij had een zeldzaam goed hart. Ik was dol op hem. En velen met mij.’

Ik vraag haar wie die ‘velen’ zijn, maar ik krijg vanavond geen antwoord meer. En als het antwoord komt, proef ik vooral de aarzeling al die angsten, psychoses en depressies ‘waar hij bij leven ook niet mee te koop liep’ bekend te maken. Ook de dichter Frans van Dixhoorn woont in Middelburg, Zeeland, hij schrijft terug dat hij zowaar in de gemeente Kruiningen is geboren, maar toch niet bekend is met het fenomeen Aard Jan Quaak. Ik zou de lezers van Letterland, net als de Dix, aanbevelen: google die man eens. Lees wat meer van dat spul en stel –met mij- vast dat de gedichten van Aard Jan Quaak het gebruikelijke niveau van de sites waarop hij zijn gedichten pleegde soms ver ontstegen, al wist hij menige stoplap niet te vermijden, toch: men vindt er eenvoudige pareltjes tussen.

Gevoelsmens

Er is een man gestorven aan het
leven. Daar kwam hij zogezegd
van terug. Ik heb van horen
zwijgen dat hij mijn gezelschap
schuwde, maar ik wist van zijn bestaan
niet af. Nu sta ik aan zijn graf.

De grond is wollig van het woelen
en de geest zit er nog in. Wind
speelt leuk met verse linten.
Ik spreek een woord van dank en
dat er flink begraven is. Ik slik
en voel zowaar iets van gemis.

© Aard Jan Quaak

*

Ik vond, naast de honderden verzen van zijn hand die ik gedurende een urenlange zwerftocht naar Aard Jan Quaak over het Net aantrof, een profieltje bij Meander, een aanmelding bij Schoolbank (Lagere en Middelbare school, geen verdere studie opgegeven) geen sporen van een werkzaam bestaan. Ik citeer hieronder een van zijn gedichten voor u, een gedicht dat meteen zowel de aantrekkingskracht van zijn gewezen dichterschap treffend aan het licht brengt als de makke ervan: het lijkt allemaal net iets te gemakkelijk.

Ik geloof dat hij ‘Hoe is het toch met…’ zelf als een van zijn meest geslaagde gedichten beschouwde, je vindt het ding op diverse plaatsen terug. Ontzettend jammer van die overdreven uitleggerige regel ‘Je ziet haar ook niet staan’ maar als we die er nu stiekem eens uit verwijderen blijft er een aantrekkelijk, iets handiger rijmend, metrisch sterk vers over. Ik stel mij bij deze beschikbaar om een postume bundel te redigeren. Ik zou de eerste anderhalve regel van de laatste strofe ook nog graag verwijderen. En die eennalaatste regel, vind ik nu, kan ook wel handiger verteld. Maar toch. Het zou zonde zijn als dit dichterschap geheel onopgemerkt zou zijn gebleven. Iemand?

Hoe is het toch met…

Anneloes is vredig buiten, in de
kou die niets ontziet. Ze geniet
van het verlangen naar voorbijgaan.
Je ziet haar ook niet staan, ze is
doorschijnend en de maan heeft weinig
moeite met haar zachte witte haren.

Ze kan zo rustig staren naar de
sterren en de nacht dat de wind lijkt
te bedaren omdat hij een woord verwacht.
Spreken doet ze niet, maar ze wijst
soms wel naar dingen. Dan ziet ze daar
de schoonheid van en schrikt.

Ze likt daarop haar wonden om de pijn
weer te benoemen, want de strijd
moet doorgaan zonder vrede. Ze heeft
een goede reden om de dood te vergezellen
maar die zal ze slechts vertellen tegen hem.
Met haar hervonden maar gebroken stem.

© Aard Jan Quaak

(Dit stuk verscheen in een iets langere versie eerder op In Letterland)

+

Geplaatst in Log
1 Reactie op “ZO ALLEMACHTIG GOED MET LEVEN
  1. Gina schreef:

    Geweldig plan!

    maak de gehele amsterdamse bevolking betrokken door zakjes kweekzaad te laten verkopen in winkels. Ik zie het al voor me: mooie designzakjes met gedicht op de Amsterdamafdeling van boekhandels, of bij de blokker.
    En ga een samenwerking aan met de Asterdam zakagenda en de Asterdam Wereldagenda. Die kunnen dan een kweekschema opnemen in hun kalender voor mensen die hun eigen bloem willen kweken. Zorg er wel voor dat er geen bloembommen worden geworpen.
    En het monument op de dam, kan dat ook niet in de bloemetjes gezet?

    Veel succes!