23 januari is, tenminste in Engeland, de treurigste dag van het jaar, dat heeft een wetenschapper wetenschappelijk bewezen, hoorde ik vanochtend op de radio.
Lezers van dit weblog weten al heel lang, dat we (stichting Breedspraak, zeg maar Vrouwkje Tuinman en F.Starik) sinds 2003 aan de organisatie van het evenement Duizenddichters, gepland op 1 juli 2006, hebben gewerkt. En we zijn een heel eind gekomen. Zo’n vierhonderd dichters meldden zich al aan, voordat we dit concept in de publiciteit brachten. Dat gaan we nu dan ook niet meer doen. Onlangs is besloten de manifestatie voorlopig geen doorgang te laten vinden. In de brief aan de dichters die zich aanmeldden motiveert de Stichting dit besluit als volgt: ”In de afgelopen jaren hebben wij veel enthousiaste reacties op het festival mogen ontvangen. De Stadsschouwburg Utrecht, Uitgeverij 521, diverse samenwerkingspartijen (scholen, universiteiten, de Uitmarkt), vele honderden aangemelde dichters en artiesten hebben meegedacht en meegewerkt aan de voorbereiding en de kleine voorproeven die her en der zijn georganiseerd. Tot dusver werd bovendien zo’n 80.000 euro aan garantiesubsidie bijeengebracht. Met een begroting van circa 130.000 euro is dat echter niet genoeg. Binnen de huidige subsidiesystematiek blijkt het helaas niet werkbaar om als kleine organisatie de financiën rond te krijgen vóór het geld reeds uitgegeven moet worden. In ons geval had de marketingcampagne eind vorig jaar moeten beginnen en hadden theatermakers en componisten begin dit jaar aan de slag moeten gaan. Met nog diverse lopende aanvragen bij fondsen waar niet eerder een aanvraag mogelijk was. Mede met het oog op de Stadsschouwburg Utrecht, maar vooral ook omdat ons inziens een ‘uitgeklede’ versie van Duizenddichters niet voldoet aan de eisen die wij onszelf stellen en de voorwaarden waarop wij steun hebben verworven, hebben we met pijn in ons hart besloten Duizenddichters af te blazen. Wij danken u voor uw interesse en steun, en hopen in de toekomst alsnog – bij wellicht een ander project – een vruchtbare samenwerking van de grond te krijgen.”Op deze plaats wil ik daaraan nog toevoegen:
Het idee van DUIZENDDICHTERS was al een paar jaar geleden geboren, als antwoord op en naar aanleiding van het vertrek van het Crossing Border festival uit Amsterdam terug naar Den Haag: dat betekende dat er geen enkel literatuurfestival van betekenis meer werd gehouden in Amsterdam. Hier kregen we het festival echter niet van de grond, en inmiddels voorziet het nieuwe festival Weerwoord deels in die leemte. In Utrecht werd het festival met veel opener armen ontvangen.
Tegenover de zap-cultuur van het reguliere festival (bezoekers rennen van zaal naar zaal, fragmenten van optredens snackend) wilden we een exclusief aandachtsmoment voor de dichter creëren. Dat moment hoeft dan niet lang te duren. Een hardnekkig fenomeen van de dichtersavond is, dat de dichters zonder uitzondering te lang aan het woord willen zijn, waardoor het bezoeken van zulke bijeenkomsten tot een taaie exercitie kan uitgroeien.
We zouden een volkomen niet-hiërarchisch, volkomen gelijkgeschakeld, gewichtsloos statement neerzetten, dat in zijn extremiteit (duizend dichters, ieder 1 autorijschoolminuut spreektijd, van elkaar gescheiden door muzikale, beeldende en theatrale interventies van telkens maximaal 10 seconden) tegelijkertijd een bevestiging en een ontkenning van de status quo in ons land op dat tijdstip zou schenken: een doorsnee van de psychologische toestand op dit moment.
Dichters van naam zouden schouder aan schouder met verwachtingsvolle lezeressen van de Libelle staan, hermetische woordkunstenaars zouden worden gevolgd door boertige bekentenissen, hiphoppers zouden naadloos aansluiten bij dasdragende derdejaars studenten.
We zouden een groot statement maken. Populistisch, plat, hard en diep.
We zouden de beste kunstenaars vragen om al die incidenten van een verhaallijn te voorzien.. We zouden 1000 mensen 1 minuut van glorie geven, als een pervertering van Warhol’s hoopvolle kwartiertje. Eén zaal, één aandachtspunt, de volle minuut. Vergelijk: het uitspreken van een sonnet op rustige toon vergt zo’n 40 seconden. Je houdt nog tijd over. En: je hoeft geen groot dichter te zijn om tenminste één goed gedicht te schrijven.
Ter gelegenheid van het festival zou bij uitgeverij 521 een gelijknamig boek verschijnen, een telefoonboek dikke bloemlezing van alle duizend deelnemende dichters, dat in zijn rijkdom een portret in dichtvorm van –de toestand van de mensen – in ons land zou opleveren, in dit jaar, in deze tijd.
Maar we bleven steken. Een van de nadelen, zeg maar onmogelijkheden van de huidige subsidiesystematiek is, dat als het om grotere bedragen gaat dan voor ad-hoc georganiseerde festiviteiten, de systematiek niet toelaat dat er bijtijds enige toezegging wordt gedaan. Maximaal drie maanden van te voren komt er bericht over toekenning van subsidies. Dat is voor zo’n grootschalig festival simpelweg te laat.
Dus hebben we besloten om dit plan voorlopig in de ijskast te leggen. Misschien een volgend jaar, een andere keer.