op de website van het Humanistisch Verbond vindt u dit interview.
www.humanistischverbond.nl
.
Wat betekent humanisme voor je?
De naam zegt het eigenlijk al. Iets met mensen erin.
Hoe heb je het humanisme geïntegreerd in je leven?
Het humanisme is me een voorzetsel te veel. Klinkt als een seculiere godsdienst. Ik probeer niets aan te hangen. Maar het idee van (mede-)menselijkheid: ja.
Wat betekent wijsheid voor je?
De poging waardenvrij te zien. Niet te oordelen, te interpreteren, al voor je gezien hebt. Museumbezoekers staan gemiddeld negen seconden voor een schilderij, waarbij ze gedurende drie seconden het bijschrift lazen. Wijsheid is misschien: niet overal eerst het bijschrift lezen. Gewoon een uurtje blijven zitten.
Voorbeelden van mensen die je wijs vindt?
Rainer Maria Rilke: zijn ‘Aantekeningen van Malte Laurids Brigge’ is voor mij een Bijbel, een Bijbel voor dichters welteverstaan: ‘gewone mensen’ hebben er weinig aan, vermoedelijk. Herman Hesse, tijd mee gedweept, in de late puberteit. Dan is er die obscure filosoof, Prentice Mulford, een Amerikaanse journalist, die praktische levenswijsheden verzamelde in boeken met omineuze titels als ‘Het Geheim des Levens’. Heb ik heel veel aan gehad. Bijvoorbeeld dat gedachten en gevoelens materiaal zijn, zoals een gas onzichtbaar is en toch bestaat. Hij leerde me bijvoorbeeld dat je je begrafenispak niet op een bruiloft mag dragen. Weet u waarom de mensen, als ze een nieuw huis betrekken, de muren schilderen of overnieuw behangen? Precies: om de levenssfeer van de vorige bewoners uit te wissen, erachter te plakken. Eigenlijk moet je bij ieder nieuw boek dat je gaat schrijven je werkkamer ook overnieuw witten. Anders schrijf je steeds hetzelfde boek.
Wat betekent geluk voor je?
Alles. Ik heb er lang over gedaan, om gelukkig te worden. Ik ben een gelukkig mens.
Wat beschouw je als een goed en zinvol leven voor jezelf, wat doe je daarvoor en wat laat je daarvoor?
Dat je weet wat je wil. En daar uitvoering aan kunt geven. Ik wou altijd al kunstenaar worden, artiest. Ik vond mezelf een dichter, al voor ik een gedicht geschreven had. Ik ben niet gezegend met een enorm vanzelfsprekend talent: ik heb heel veel moeten leren (en weer vergeten) voor het me lukte in mijn werk het particuliere te ontstijgen. Nu kan ik zeggen: ik heb wel een paar mooie dingen gemaakt. Ik kan dat. Daarom ben ik zo gelukkig. Ik heb mezelf naar mijn eigen ideaalbeeld gekleid. Waarmede geenszins gezegd wil zijn dat ik mijzelf zo geweldig vind, in de zin van ‘niets meer aan doen, klaar, helemaal gelukt’ maar wel en ook heb ik geleerd met mijn gebreken en tekortkomingen te leven, ze te aanvaarden en waar mogelijk zelfs te gebruiken. De inzet van de volledige persoonlijkheid. Zo iemand wordt ‘gedreven’ genoemd, en daarin schuilt een groot gevaar. Je neemt een enorm risico te mislukken. Wie hoog grijpt, valt diep.
Uit je boek De gastspeler blijkt een zekere fascinatie met zowel het alledaagse, als het absurde en het verhevene. Waar komt die combinatie vandaan?
Het bijna naamloze personage F. dat in De gastspeler de hoofdrol vervult leeft in een absurde wereld, juist omdat hij zo volslagen alledaags is. Het verhevene zit in dat alledaagse opgesloten. Of preciezer: de aandacht die hij voor het alledaagse heeft, omdat hij zelf niemand is. Dat volkomen gebrek aan identiteit (die hij evenwel voortdurend tracht te ontlenen aan wat hij ziet, op televisie, uit het raam van zijn woning, boodschappen doend, op straat) wordt weerspiegeld in dat gebrek aan zelfs maar een naam, hij heeft alleen een letter, F. ‘Ik heb er tenslotte zelf maar een punt achter gezet, zodat het tenminste lijkt, alsof die letter nog ergens naar verwijst.’ En dat raakt dan weer aan de Onuitspreekbare (Jaweh) of de Hij Wiens Naam Niet Genoemd Mag Worden (Voldemort). En de combinatie van deze drie dingen zijn ook gewoon een basisrecept om om ’s mensen lachlust op te wekken.
Welke waarde vind je belangrijker dan alle andere waarden die je ‘aanhangt’?
Ik vind ‘waarde’ een moeilijk woord. Waarden & normen, ik moet dan opeens heel erg aan Balkenende denken. Niet mijn wereld.
Kun je voorbeelden van situaties of momenten noemen die jou intens gelukkig maken?
Liefde, natuurlijk, een goed optreden, gezelschap waarmee je gezamenlijk in een roes geraakt. Gewoon thuis mag ook, alleen, een dag als vandaag, achter de computer, openslaande deuren, zonneschijn, de violen bloeien, muziek, de ene kat slaapt op zijn eigen bankje, de andere kat bewaakt het leven op straat. Kinderstemmen. Het stapelen van kratten en het ratelen der karren van de winkel om de hoek. De tram gilt door de bocht. Iemand zwaait, in het voorbijgaan, terwijl ik telefonerend met mijn geliefde voor het raam ben gaan staan. Witte leliën op tafel, van die grote dure stinkers. Straks komt mijn zoon uit school. Overmorgen zie ik mijn liefste weer.
Door wie word je geïnspireerd en waarom?
Mijn geliefde. Ze is een snelle, originele denker, en daarbij een controlefreak, uiterst georganiseerd, compromisloos. Allemaal dingen die ik veel minder ben. Ik overleg alles met haar. Dikwijls wijst ze me de weg. Ik hoop dat andersom hetzelfde geldt voor haar, wilde ik schrijven. Daarna wilde ik dat dringend zeker weten. Ik vroeg naar de bekende weg. Ja, andersom ook. Meerdere keren per dag.
Het interview op de website van het Humanistisch Verbond is na ampel overleg met Starik weergegeven in orginele vorm, zoals ook hierop het weblog
Met welgemeende excuses
Webmaster Humanistisch Verbond