Gedichten Die De Nieuwe Bundel Niet Zullen Halen

Jongelui,
dit is voorlopig alweer de laatste maandagse aflevering van het spannende feuilleton – Gedichten Die De Nieuwe Bundel Niet Zullen Halen-. Morgen heb ik geen tijd, dan schrijf ik een roman. En woensdag ga ik bedenken of ik werkelijk tot de nieuwe, door Huub Beurskens in het leven geroepen, stroming van het vomitisme wil behoren. Het vomititsme beoogt voornamelijk halfverteerde gevoelsdiarree over de mensheid uit te kotsen en verwacht daar nog applaus voor ook. Dat van die gevoelsdiarree had ik anders willen zeggen. Gevoelsarmoede is misschien een beter woord, of juist: overstroming.

Ik sprak met Jaap Boots jongstleden vrijdag (VPRO’s cantina, concertzender) onder andere over mijn positie in –het literaire veld-. Boots schatte mij in ‘de betere middenklasse’.
Hij stelde vast dat mijn relatieve ‘roem’ mijn reputatie overstijgt. De frictie zit misschien of gedeeltelijk in het verlangen om ‘kunst voor het volk’ te willen maken. Populariseren wat voor kenners en avantgardisten gesneden koek mag wezen. Het volk verheffen, jawel. Niet omdat ik daarboven al verheven ben, maar omdat ik dit verlang: mij boven mezelf uit te tillen. In de wereld zijn, niet ertegenover staan.

Donderdag zal ik eenzame uitvaart nummer 68 bezoeken. Dichter van dienst: Ilse Starkenburg. En vrijdag is het vrijdag. De naam zegt het eigenlijk al.

Goed, dat brengt ons bij het alweer het laatste gedicht waarvan jullie mogen weten dat het mislukt genoeg is om de bundel niet te halen. Het is zo’n gedicht dat nooit helemaal goed zal worden. Je kunt alleen de schrale anekdote opdienen, zeg maar de botten van de kip, in de hoop dat de mensen denken: het zal wel iets dieps betekenen.

Je kunt dezelfde weg ook andersom bewandelen: de anekdotische laag er zover afschrapen dat het iets geheimzinnigs krijgt, dat je de situatie niet helemaal doorgrondt, en dat is de schuld van de dichter. Het is dus geen gedicht, het lijkt alleen maar een gedicht, een iets te zorgvuldige constructie. Wat hebben wij eraan?
.

Het jaar van de haas die de jacht niet overleefde.

Het jaar van mijlen onder zee, het jaar dat wij vierden
omdat het zo hoorde, even oud en nieuw.

Het jaar dat oude broer de klok raadpleegde en het moderne
kookboek waarin de haas rood mag worden opgediend

het jaar dat mama leerde vijftien minuten voldoende
na alle jaren dacht tenminste drie kwartier.

Eenduidige recepten, wie komt er om. Aanbraden,
afblussen, wachten op het piepje van de magnetron.

Champagne, twee zakjes. Reken de gaartijd per kilowattuur om.
Leg zeven laatste loodjes op de rand van uw bord.

Het jaar authentiek te besluiten met fabriekskogeltjes wild.
Het jaar dat ik de hazen zag rennen.

.

Geplaatst in Log