Op 28 oktober sprak de dichter F.Starik op de themadag van de humanistische sprekers bij uitvaarten.
Op de themadag sprak F.Starik over onze houding tot de dood en de uitvaart, over de dood en theater en het verschil tussen zijn werk en het werk van de humanistische sprekers bij uitvaarten.
Een citaat:
“Een dichter die een saluut aan een eenzaam overledene brengt, is vrij. De dooie kan een ouwe dame zijn, de dooie kan een gelukszoeker wezen, de dooie mag veel gestolen hebben, een vrouw halfdood hebben geslagen, de dooie mag weinig anders hebben gedaan dan jaren glazig in de beeldbuis staren, scheten latend, boerend van goedkoop blikbier, de dooie mag kinderen onvrijwillig op intieme plekken hebben aangeraakt, de dooie mag gevonden worden in een kast, de dooie mag dezelfde dag zijn vrijgelaten, gescoord hebben, een hoer hebben bezocht om zich uiteindelijk op een zolder te verhangen, waar hij pas drie maanden later gevonden wordt. De dooie mag een leven lang porseleinen olifantjes hebben verzameld om die uit te stallen in het raamkozijn: in de dood is iedereen even onschuldig. De eerste les die ik leerde van senior-medewerker Ger Fritz van de Dienst, was deze: wij oordelen niet. Wij oordelen niet.”
Download de volledige tekst van de lezing (PDF, 90 KB)
http://www.humanistischverbond.nl/actueel/2006starik.html
.