Soms zijn er avonden dat je een gedicht schrijft waarvan je achteraf maar weinig begrijpt. Misschien stond de radio aan, hoorde ik iemand praten over de kwaliteit van Indiaas zilverwerk, of las ik een boek waar ik de prachtige zin ‘Je kon een stadion vullen met haar onwetendheid’ in aantrof. Een prachtige zin, maar ergens van gestolen, dus. Laatst las ik ergens: ‘Ik zal niet beweren dat ik het warm water heb uitgevonden.’ Ik weet nog waar ik die zin vond. En ik weet ook, dat ik niet lang daarna dezelfde zin in een ander verband opnieuw tegenkwam. Wie het warme water daadwerkelijk heeft uitgevonden zal dus ook vannacht een raadsel blijven, lieve luisteraar in de nacht. Het kan ook zijn dat u heel erg vroeg bent opgestaan, om dadelijk met een busje van Brabant naar Amsterdam te rijden, om voor de file uit alvast een partijtje te gaan loodgieten in de grote stad, waar de mensen van loodgieten geen benul hebben, laat staan van letters drijven in Indiaas zilverwerk.
Een familiegeschiedenis
Omdat ik van het begin af aan
een rotleven had, wilde ik al in mijn jeugd
veranderen in een zuur oud wijf.
Ik had een zus, maar die was knettergek.
Zij kreeg tenminste een nieuw hart in haar lijf.
Niet dat het hielp, ze probeerden maar wat.
Je kon een stadion vullen met haar onwetendheid.
Ik droomde vannacht van Indiaas zilverwerk,
van letters in een vorm gedreven, mijn portret
een foto op blik, gevouwen in de vorm van
een koud kussen, waar mijn hoofd rust
op mijn hoofd. Die zus is nu al zo lang dood.
*
Wekelijks, aan het einde van de zondagnacht, leest Adeline van Lier een gedicht voor Dat De Bundel Niet Zal halen, op radio 1, tijdens haar Nacht van het goede leven. Zij zal daarmee doorgaan tot die nieuwe bundel, SONGLOED, daadwerkelijk zal zijn verschenen, op 10 mei. De luisteraar is welkom op de presentatie, die zal gehouden worden ten prachtige huize van uitgeverij Nieuw Amsterdam. Stuur een mail naar info apenstaartje starik punt nl en u ontvangt de precieze details, tevens uw toegangsbewijs, per omgaande in uw postvak.
+