eenzame uitvaart nummer 63

I.M. de heer Joop Herder, geboren 4 maart 1928 in Amsterdam, bevonden op 6 juli 2006 in zijn woning in Amsterdam West.

vrijdag 14 juni 2006, 10 uur, begraafplaats Vredenhof

dichter van dienst: Ilse Starkenburg

De heer Herder is nooit getrouwd geweest. Hij had zeven broers, waarvan er nog één over is, die thans op zijn sterfbed in België ligt. Er is een weduwe van een andere broer, die weduwe heeft Joop nooit gekend.

De heer Herder genoot naast zijn AOW van een klein pensioen. Zijn uitvaart wordt uit eigen middelen gefinancierd. Hij krijgt dus acht dragers. En een dichter.

De dienst is in zijn woning geweest: een kleine driekamerwoning, wel wat stoffig, maar verder keurig: bankstel, dressoir, bed, etc. Hij had hobby aan schilderen en tekenen. Portret en landschap, sterk figuratief. De ramen stonden open, toen de dienst zijn woning bezocht. Het stonk wel, maar het stonk niet heel erg. Hij heeft dus niet al te lang in zijn woning gelegen.

Vrijdag. Prachtige Hollandsche zomerochtend. Langs de Haarlemmerweg op Vredenhof aanrijdend, zie ik aan de overzijde van de straat Ilse Starkenburg aan komen lopen. De dragers staan al bij de poort, één van hen begroet me uitbundig met ‘ga je weer dichten? Maak er wat moois van!’ We knikken en buigen. Op de begraafplaats wacht de heer Tielemans van de Dienst, lang niet gezien. Ook hij is gereorganiseerd, handelt nog een half jaar achterstallige nalatenschappen af, helemaal alleen, op een kamertje op het IJsbaanpad. Hij verklaart zijn komst aan de hand van de parkeergarage aan het Bos en Lommerplein: de voltallige afdeling TRUP, waaronder de eenzame uitvaarten ressorteren, houdt zich bezig met het onderdak brengen van de negentig geëvacueerde bewoners boven het met instorting bedreigde parkeerdek. Het wachten is de auto met de kist erin, die pas na tienen arriveert, alsof de dichter Hans Verhagen de wagen moest chaufferen.

Het is een prachtige kist. Zo’n kist als je in Amerikaanse films wel zit, als er iemand wordt begraven, met uitbundig koperbeslag, een groter bloemstuk dan gebruikelijk, rode rozen. Starkenburg heeft muziek meegebracht. Tielemans ruilt de keuze –licht klassiek – graag voor de door haar meegenomen cd’s in. Als we de aula binnentreden, klinkt Mendelssohn’s Venetiaanse gondellied al op. Jawel, uit de cyclus ‘Lieder ohne Worte’. Dan leest Starkenburg haar gedicht voor. Ze gaat dicht bij meneer Herder staan, pal naast de kist.

Hamelen

Beste Joop, van Frank hoorde ik
dat jij op 6 juli dood ging

ik was die dag op de verjaardag
van Reinet, die 6 jaar werd

er was eens een stad
waar een hele vreemde man

kwam om de mensen
te redden van de ratten

heb jij dat verhaal gekend?
leefde je nog net, toen
ik het Reinet

voor de eerste keer voorlas?
en toen je zelf 6 werd? Wat kreeg je?
en toen ik 6, en de oorlog

al weer lang geleden. Maar ik leg
verbanden die er nooit zijn geweest

in naam van jouw moeder, jouw broers,
jouw tekeningen, en alles wat

van jou is, neem het als kinderen
mee de stad uit

de berg sluit zich achter je
wij gaan. weten de weg
terug nog te vinden

© Ilse Starkenburg.

Het is in zijn ogenschijnlijke eenvoud een treffend gedicht, intiem, het omringt hem met namen, leven, het maakt van ons familie, een toevallige familie, hier bijeengebracht, in deze weinige woorden. Scarlatti, een opgewekte sonate, desondanks in mineur, vertolkt door klavierleeuw Horowitz. Dan wordt het stil.

De beheerder van de begraafplaats, die de muziek bedient, vertrekt geen spier. Hij heeft het knopje ingedrukt, voor nummer vijftien, van dezelfde Horowitz-cd, maar we horen niets. We zien door de ramen van de aula de dragers langskomen, om zich achter de nog gesloten deuren te posteren, dan geeft de uitvaartleider van achter uit de aula kennelijk een teken, de beheerder kijkt in zijn kastje, en drukt na ampele overweging nog eens op een knopje. Dan is het gelukt.

Geruststellend klinkt de piano nu. De deuren gaan open, de dragers komen binnen, nemen de kist op hun schouders, en keren zich omzichtig schuifelend om, naar buiten. Daar gaan we, de verrukkelijke ochtend in. Vredenhof ligt er uitbundig bij: op veel graven staan verse bloemen, dikwijls is er een tuinbankje bij gezet. Zwijgend wandelen we achter de kist aan. Ilse geeft haar gedicht aan de uitvaartleider mee, om op de kist te leggen. Het wordt onder het bloemstuk geschoven, dat mee het graf in daalt, nadat de uitvaartleider uiterst omzichtig een klein schepje zand op de kist heeft gelegd.

We houden een minuut stilte. Ik durf geen schepje zand op de kist te werpen, het zou de strenge compositie van bloemstuk, gedicht en hoopje zand verstoren, zonde van de mooie kist ook, eigenlijk. Zo’n kist zou heel decoratief gewoon kunnen blijven staan, eiken, nog jaren, nog jaren.

Geplaatst in Eenzame Uitvaart